Waarom twieteren met je klas?
Ja ja, we zijn allemaal overtuigd: de (school)omgeving is een ideaal klaslokaal en een rijk onderzoekslabo. Maar hoe maak je er gebruik van en waar eindigt het?
TWIET is een héél laagdrempelig scenario (neen, geen handleiding) om wat buitenkansen op je eigen school te (her)ontdekken. Je hoeft als leerkracht geen enkele voorkennis van vogels te hebben én je kiest zelf hoe groots (of klein) je het aanpakt.
Lok hongerige vogels naar jullie onderzoeksplekje op school en er ontstaan leerkansen bij de vleet: welke vogels komen vooral eten, welk voer eten ze het liefst, wanneer is het druk rond de voedertafel, waar moeten we op letten als we voederen, …
Bewust bezig zijn met de directe omgeving zet ook aan om er zorg voor te dragen. Vergeet dus niet je kinderen uit te dagen ook thuis te twieteren. En er is nog meer.
Gaandeweg leren je leerlingen gericht observeren en inventariseren. Eind januari zijn ze helemaal klaar om als jonge ornithologen actief deel te nemen aan de "Vogeltelweek voor scholen", een grootschalig burgeronderzoek van Natuurpunt.
Komaan, strekken die vleugels en vlieg maar mee.
TWIET is een héél laagdrempelig scenario (neen, geen handleiding) om wat buitenkansen op je eigen school te (her)ontdekken. Je hoeft als leerkracht geen enkele voorkennis van vogels te hebben én je kiest zelf hoe groots (of klein) je het aanpakt.
Lok hongerige vogels naar jullie onderzoeksplekje op school en er ontstaan leerkansen bij de vleet: welke vogels komen vooral eten, welk voer eten ze het liefst, wanneer is het druk rond de voedertafel, waar moeten we op letten als we voederen, …
Bewust bezig zijn met de directe omgeving zet ook aan om er zorg voor te dragen. Vergeet dus niet je kinderen uit te dagen ook thuis te twieteren. En er is nog meer.
Gaandeweg leren je leerlingen gericht observeren en inventariseren. Eind januari zijn ze helemaal klaar om als jonge ornithologen actief deel te nemen aan de "Vogeltelweek voor scholen", een grootschalig burgeronderzoek van Natuurpunt.
Komaan, strekken die vleugels en vlieg maar mee.
Hoe twieteren? Wat heb ik nodig?
Het basismateriaal voor TWIET is alles wat kan gebruikt worden als voederplank of voedersilo in de winter. Zoek het niet te ver: een zeefje uit de zandbak dat je ophangt of op een stok bevestigt, kan al een ideale voederplank vormen.
En uiteraard is er ook nog voer nodig. Vermijd zeker alles wat zout bevat en hou het zo mogelijk bij puur natuur.
Zet dus vooral zonnebloempitten, noten, zaden, enz. op de menukaart van restaurant voederplank.
In onze voedertips lees je er nog meer over.
Bedenk vooraf goed de praktische mogelijkheden van je voederplaats. Een voederplek die je vanuit de klas kan zien, is ideaal maar niet noodzakelijk. Ongetwijfeld biedt het raam van de eetzaal, computerklas of leraarskamer evenveel mogelijkheden. De voederplek hoeft ook niet altijd een groene oase te zijn. Bij vogels telt de menukaart, niet het kader, al is een rustige en vooral veilige voederplaats wel te verkiezen boven de grote drukte - da's logisch.
Hoe dichter je het voederplekje bij een raam kan brengen, hoe gemakkelijker het observeren wordt. Wie weet heb je zelfs helemaal geen nood aan een verrekijker of telescoop om de aan- en wegvliegende gasten van jullie vogelrestaurantje te herkennen.
En uiteraard is er ook nog voer nodig. Vermijd zeker alles wat zout bevat en hou het zo mogelijk bij puur natuur.
Zet dus vooral zonnebloempitten, noten, zaden, enz. op de menukaart van restaurant voederplank.
In onze voedertips lees je er nog meer over.
Bedenk vooraf goed de praktische mogelijkheden van je voederplaats. Een voederplek die je vanuit de klas kan zien, is ideaal maar niet noodzakelijk. Ongetwijfeld biedt het raam van de eetzaal, computerklas of leraarskamer evenveel mogelijkheden. De voederplek hoeft ook niet altijd een groene oase te zijn. Bij vogels telt de menukaart, niet het kader, al is een rustige en vooral veilige voederplaats wel te verkiezen boven de grote drukte - da's logisch.
Hoe dichter je het voederplekje bij een raam kan brengen, hoe gemakkelijker het observeren wordt. Wie weet heb je zelfs helemaal geen nood aan een verrekijker of telescoop om de aan- en wegvliegende gasten van jullie vogelrestaurantje te herkennen.
Twiet in stapjes
Kies zelf de stappen die je zet. TWIET wil enkel inspireren met deze planning:
Tijdens de Twietweken wijzen de vogels bovenaan deze pagina je de weg naar wat ideeën en tips om het project concreet (en vooral ook haalbaar!) te houden.
Om wat ruchtbaarheid te geven aan het project ontvangen we graag wat visueel materiaal van jullie.
Leuke foto’s/filmmateriaal van de leerlingen in actie, de oplijsting van een observatie, een facebookberichtje of instagrambeeld, …
Hou rekening met de GDPR-regelgeving zodat foto’s/filmpjes ook op onze website en sociale media kunnen pronken.
- + december: zoeken en klaar maken van voederplek + opstart voederen
- + december: wie is wie aan het winterbuffet?
- + januari, week 2: maak jezelf onzichtbaar en geef elk wat wils
- + januari, week 3: elke vogel eet zoals hij of zij gebekt is
- + januari, week 4: Vogeltelweek voor scholen: observeren en inventariseren
Tijdens de Twietweken wijzen de vogels bovenaan deze pagina je de weg naar wat ideeën en tips om het project concreet (en vooral ook haalbaar!) te houden.
Om wat ruchtbaarheid te geven aan het project ontvangen we graag wat visueel materiaal van jullie.
Leuke foto’s/filmmateriaal van de leerlingen in actie, de oplijsting van een observatie, een facebookberichtje of instagrambeeld, …
Hou rekening met de GDPR-regelgeving zodat foto’s/filmpjes ook op onze website en sociale media kunnen pronken.
Twiet in vogelvlucht
december: het voer en de voederplek
een ideaal vogelrestaurant
BELANGRIJK: je (groen of grijs) schooldomein bepaalt niet of je wel of niet kan meedoen. Het bepaalt enkel in grote mate wie er op je voederplek kan verschijnen. Conclusie: elke school kan twieteren! Jij dus ook.
Kenmerken van een vogelvriendelijke voederplek:
Muren 'sluiten' de ruimte af. Struiken en takken zijn ideale schuilplekken.
|
Achter glas kijk je het comfortabelst en stoor je het minst.
|
Kies een plek buiten het bereik van katten en zonder permanente beweging.
|
Zorg dat de kinderen zelf kunnen bijvullen (of minstens wat helpen).
|
het buffet op de voederplaats
BELANGRIJK: hoe je je voederplek inricht, bepaalt wie van de aanwezige buurtbewoners er misschien komt eten.
Hiermee lok je vooral de acrobaten onder de tuinvogels: de mezen.
|
Een voedertafel is hoog en veilig. Hier komt heel wat volk op af.
|
Sommige vogels eten op de grond. Ook grotere soorten komen hier stelen.
|
Speciaal voor de klimmers! Al zullen de acrobaten ook hun best pootje voor zetten.
|
de menukaart van de voederplaats
BELANGRIJK: toch een beetje voorzichtig zijn met dat voer (en vertel dat zeker ook aan de kinderen zodat ze het thuis ook correct doen). Bepaalde types voer doen meer kwaad dan goed. Check regematig onderstaande info dus!
zonnebloem, vogelzaad (tuinvogels), tarwe, gerst, gepofte maïs,...
|
ongebrand en ongezouten!
pinda's, walnoten, hazelnoten, ... |
vetbol met zaden of noten, gedroogde wormen,...
|
zonder netje is 't nog meer een pretje
|
appel, peer, gedroogde rozijn, onbewerkte bessen, ...
|
oud brood, gekookte rijst of aardappel, gezouten vet, ...
|
Extra twiettips
- Geef het voederen in handen van de kinderen. Betrokkenheid, weetjewel.
- Een voederplek kan je inrichten met zelfgemaakte spullen uit afval (flessen, drankkartons, enz.)
- Twiet kan je gemakkelijk een vast plekje geven als onderzoeksopdracht in je contractwerk en/of hoekenwerk. Denk maar aan het afwegen van de hoeveelheid zaden, het turven van het bezoek, het herkennen van de vogels, ...
- Doen de kinderen ook thuis mee? Zelfs de kinderen zonder tuin? Goed bezig!
- Laat je inspireren of inspireer anderen via deze Tweetjes (klik op de link). Stuur je idee of tip door naar Twiet en we delen het met je Twietcollega's.
december: vogels herkennen
bezoekers op een (loshangende) voederplank
BELANGRIJK: Koolmees en pimpelmees krijgen hier als eerste onze aandacht. De kans is heel groot dat zij ook de eerste acrobatische bezoekers zijn van jullie vogelrestaurant. Deze geelbuikjes kan je vlot van elkaar onderscheiden.
Als je op de afbeelding klikt, krijg je de vogel in het groot te zien.
Als je op de afbeelding klikt, krijg je de vogel in het groot te zien.
herken je snel aan:
- zwarte muts en enorm opvallende witte wangen - gele buik met (steenKOOL)zwarte streep - iets groter dan pimpelmees - zit geen seconde stil, zenuwachtig type |
herken je snel aan:
- bovenkant/rug met blauwe tinten, kleine blauwe muts - gele buik zonder zwarte streep - iets kleiner dan koolmees - zit geen seconde stil, zenuwachtige acrobaat |
bezoekers op een (vaste) voederplank
BELANGRIJK: Deze indeling is geen 'exacte wetenschap'. Op een vaste voederplank tref je uiteraard ook kool- en pimpelmees aan. En ook op loshangende voederplanken durven stuntvinken wel eens proberen een graantje mee te pikken. Deze opsplitsing probeert enkel een beetje te helpen bij het inschatten van wat je op een voederlocatie denkt te zien.
Als je op de afbeelding klikt, krijg je de vogel in het groot te zien.
Als je op de afbeelding klikt, krijg je de vogel in het groot te zien.
herken je snel aan:
- felrode borst - (licht)bruine rug - groter dan mees - altijd alleen |
VINK
herken je snel aan:
- rode buik en keel + grijze muts (mannetje) - onopvallend bruin (vrouwtje) - opvallend witte vlekken op vleugels (valt zeker op bij het vliegen) |
herken je snel aan:
- klein en bolvormig - opvallend staartje (vaak rechtopstaand) - spits, scherp snaveltje - volledig bruin verenpak - altijd alleen |
HUISMUS
herken je snel aan:
- bleke buik, zwarte keel + grijze muts (mannetje) - onopvallend bruin (vrouwtje) - dikke snavel - vaak in luidruchtige groep |
bezoekers onder een voederplank
BELANGRIJK: Vogels hebben geen tafelmanieren en da's maar goed ook! Bij het tafelen is morsen heel gewoon en dat weten de "grondeters" maar al te goed. De meeste vogels zoeken hun voedsel op de bodem. Ook onder de plank of voedersilo zal er dus heel wat te observeren zijn. Grotere vogels zitten vaak al snel op de loer en komen in groep opruimen.
Als je op de afbeelding klikt, krijg je de vogel in het groot te zien.
Als je op de afbeelding klikt, krijg je de vogel in het groot te zien.
GROENLING
herken je snel aan:
- gele vleugelranden - mannetjes geelgroen tint - vrouwtjes lichtbruin - dikke, bleke snavel - even groot als vink |
MEREL
herken je snel aan:
- vrouwtjes bruin, bleke buik met bruine stippen - mannetjes zwart met gele snavel en oogring - meestal alleen |
herken je snel aan:
- zwart met witte druppels - vaak in groep - soms paarsgroene schijn op de veren in het zonlicht |
herken je snel aan:
- grijze hoofd - verder onopvallend bruin - (bijna) altijd op de grond - altijd alleen |
herken je snel aan:
- zwarte halsstreep op een bleek verenkleed - donkere vleugelpluimen - slanke duif - vaak samen als koppel |
herken je snel aan:
- volledig zwarte vogel met grijze glans op het achterhoofd - lawaaierig type - meestal in groep |
herken je snel aan:
- grote, bonte duif - witte halsvlek met groene glans erboven - vaak samen als koppel |
herken je snel aan:
- lange zwarte staart - sneeuwwitte buik, verder vooral zwart - in zonlicht blauwe glans op vleugel |
oefenen met beeldmateriaal
Natuurpunter Michaël woont in een woonwijk aan de stadsrand, vlakbij de drukke ringweg. Hij richtte zijn tuin vogelvriendelijk in. Regelmatig legt hij het indrukwekkende effect ervan vast op beeld.
TWIET kreeg de toestemming wat beeldmateriaal met jullie te delen. Dankjewel, Michaël.
Bekijk (en geniet) van deze filmpjes uit zijn tuin. Herken je de vogels die op bezoek komen?
TWIET kreeg de toestemming wat beeldmateriaal met jullie te delen. Dankjewel, Michaël.
Bekijk (en geniet) van deze filmpjes uit zijn tuin. Herken je de vogels die op bezoek komen?
|
|
|
|
|
extra twiettips
- TWIET focust bewust op de alledaagse soorten. En komt er dan toch 'een specialleke', dan is het volop tijd voor verwondering. Focus je vanaf het begin op speciale soorten, dan is de kans op ontgoocheling groot.
- Je hoeft als leerkracht absoluut niet al deze vogels te kennen. Het geeft je het grote voordeel dat je samen het leerproces beleeft.
- Je vindt op het internet heel wat herkennings- of zoekkaarten zoals deze: 1, 2, 3, 4, ... Op tekeningen worden de kleuren van vogels vaak iets feller afgebeeld dan ze in werkelijkheid zijn. Onze voorkeur gaat dus uit naar foto's, waar mogelijk.
Ook bepaalde sites of apps kunnen ondersteunen.- Deze periode leent zich perfect tot speel-/leeractiviteiten: memorykaartjes van de vogels of van mannetje/vrouwtje, sorteren per kleur of grootte, rekenoefeningen met de gegevens van de schooltelling in 2020, de schooltelling in 2021, de resultaten van 2022 of de resultaten van 2023 (vanaf blz. 10), vogelsilhouetten (zonder kleur) herkennen, vogels inkleuren, leren turven, identiteitskaarten van vogels opmaken, enz.
- Een leuke toepassing (diverse leeftijden): als er vogels op de voederplank komen, check/meet je hoeveel tijd ze op de plank blijven (meestal slechts enkele seconden). Da's de tijd die je krijgt om een vogel te herkennen. Maak kleine kaartjes met de vogelbeelden (ware grootte) op en oefen de herkenning door de kaartjes slechts zoveel seconden te tonen. Gaandeweg kan je de afstand tussen kijker en kaartjes ook verder maken. Een aanrader!
- Moedig de kinderen/leerlingen ook aan om thuis wat te oefenen. Wablief, met kaartjes? Neen toch, er zitten echte exemplaren buiten.
- Laat je inspireren of inspireer anderen via deze Tweetjes (klik op de link). Stuur je idee of tip door naar Twiet en we delen het met je Twietcollega's.
januari week 2: vogels observeren
Factoren die een rol spelen bij het (kunnen) observeren van vogels:
- beweging
- lawaai
- tijdstip
- materialen
- beweging
- lawaai
- tijdstip
- materialen
beweging
Als vogels (plotse) beweging zien, vluchten ze weg. Logisch, want het is te gevaarlijk om eerst even op het gemak te kijken wat er precies beweegt.
|
lawaai
Als vogels (onnatuurlijk) lawaai horen, vluchten ze weg. Logisch, want er is geen tijd om even op het gemak te checken wat of wie er precies lawaai maakt.
|
tijdstip
Als vogels (grote) honger hebben, komen ze af. Logisch dus dat ze er 's morgens als de kippen bij zijn van zodra het licht wordt. Sinds het donker werd, hebben ze niets meer gegeten.
|
materialen
Vogels kiezen vaak voor een snelle hap en blijven (meestal) niet lang. Logisch, want hoe langer ze blijven hoe groter de kans dat ze opgemerkt worden door vijanden als katten, sperwers en... 'mensen'. De tijd om de bezoeker te herkennen is dus beperkt. Extra materialen (naast jouw stel scherpe ogen) kunnen een vlotte herkenning in de hand werken.
BEELDMATERIAAL
Boeken, apps, zoekkaarten of een zelfgemaakte afbeeldingenwand - hoe meer afbeeldingen je direct beschikbaar hebt op de observatieplaats (zeker bij kinderen), hoe groter de kans op herkenning. Door een diversiteit aan afbeeldingen merk je ook de kleurverschillen. Belangrijk: bij heel wat vogels dragen vrouwtjes en mannetjes een andere outfit. Zorg dat je van beide afbeeldingen hebt. Heb je goeie voorbeelden, we verzamelen en delen ze graag op onze Tweetjes. |
KIJKERS
Eén iets hebben kijkers gemeen: ze focussen op een beperkt beeld. Dat heeft het voordeel dat je alle aandacht op dat ene beeld richt (herkenning!), maar het nadeel dat je de omgeving uit het oog verliest (misschien is er net buiten je beeld een vogel geland).
Een buis of WC-rolletje hoort hier dus ook in het rijtje thuis naast de telescoop.
Eén iets hebben kijkers gemeen: ze focussen op een beperkt beeld. Dat heeft het voordeel dat je alle aandacht op dat ene beeld richt (herkenning!), maar het nadeel dat je de omgeving uit het oog verliest (misschien is er net buiten je beeld een vogel geland).
Een buis of WC-rolletje hoort hier dus ook in het rijtje thuis naast de telescoop.
Verrekijkers (zoals in onze uitleendienst) krijgen altijd een code mee, bv. 8 x 32 of 10 x 50. Het eerste cijfer toont hoe vaak het beeld vergroot zal worden. Het 2de cijfer is de diameter van de grote lens. Dit speelt o.a. een rol bij de helderheid van je beeld. Werk je met kinderen dan zijn deze getallen ondergeschikt.
Veel belangrijker is: - het gewicht van de verrekijker: hoe lichter, hoe gemakkelijker om het toestel stabiel te houden - de mogelijkheid tot het aanpassen van de kijker aan je snoet door het dichtvouwen of open trekken van de lenzen - de bereikbaarheid en souplesse van het scherpstelwieltje voor de kleine vingers. Door een verrekijker moet je leren kijken - geef die toestellen dus niet zomaar aan kinderen in de veronderstelling dat het hen zal lukken. Oefen stapsgewijs! Wist je trouwens dat je bij zowat elk toestel ook (meestal) 1 ooglens scherp kan stellen. Controleer vooraf of die lens correct staat. En laat vooral geen vingers op een lens toe. |
extra twiettips
- De rij vogelgidsen, zoekkaarten (bv. 1, 2, 3, 4), sites of apps lijken eindeloos. Zeker bij oudere kinderen kan je al eens kritisch stil staan bij de kwaliteit. Welke vinden zij het handigst in gebruik?
- Net zoals bij de andere items van Twiet zijn er ook hier heel wat onderzoeksmogelijkheden:
- kunnen ze zelf de verschillen ontdekken tussen verrekijkers met een verschillende cijfercode?
- welke vogelsoort vlucht het eerst weg bij onraad?
- wat is de invloed van het weer op onze observeerresultaten? Combineer het vogelwaarnemen met het bijhouden van weerwaarnemingen.
- waarom hebben vrouwtjes bij sommige vogelsoorten zo'n onopvallend verenkleed? En waarom precies bij die soorten?- Zomaar even tussendoor: dacht je er al aan om ook de andere klassen te informeren over jullie kijkavonturen?
- Zelf foto's nemen of misschien zelfs filmen van de voederplek biedt de kans om terug te komen op onzekere waarnemingen. En op de koop toe kan je uitpakken met de gevleugelde diversiteit van je school. Maar het is niet evident om scherpe foto's te nemen van een verre voederplek. Misschien valt hier nog ongekende expertise te ontdekken bij leerlingen, collega's of ouders?
- Laat je inspireren of inspireer anderen via deze Tweetjes (klik op de link). Stuur je idee of tip door naar Twiet en we delen het met je Twietcollega's.
januari week 3: vogelweetjes
iedere vogel eet zoals 't gebekt is
kenmerken snavel:
- kort, dik, fors en rond - zaden en pitten breken voorbeelden: - huismus - vink - koolmees |
kenmerken snavel:
- dun, spits, vrij lang - insecten vangen voorbeelden: - winterkoninkje - heggenmus - roodborst |
kenmerken snavel:
- steviger, spits, vrij lang - bessen plukken + in zacht fruit pikken voorbeelden: - zanglijster - merel - spreeuw |
kenmerken snavel:
- spits, fors, groot, stevig - opruimers (insecten, bessen, grote zaden, aas) voorbeelden: - kauw - kraai - ekster |
iedere vogel broedt zoals 't gekleurd is
BELANGRIJK: Net zoals bij de snavels is het ook bij dit thema "gevaarlijk" zomaar te veralgemenen. Maar... toch zal je zelf ook wel merken dat het geen toeval kan zijn: de link tussen kleur en broedgewoonte. En dan hebben we het vooral over de kleine tuinvogels.
VROUWTJE ONOPVALLEND GEKLEURD = OPEN NEST
Bij deze groep vogels merk je een heel groot verschil tussen de outfit van het mannetje en het vrouwtje. In zowat alle gevallen is het vrouwtje dan eerder bruin getint. Vaak wijst dit erop dat het vrouwtje broedt op een "open nest", hetzij in een boom of struik, hetzij op de grond. De bruine kleur is dan de perfecte camouflage om te ontsnappen aan de scherpe blikken van hongerige vijanden. voorbeelden: vink, merel, groenling, huismus, ... |
VROUWTJE OPVALLEND GEKLEURD = GESLOTEN NEST
Bij deze groep vogels lijken het mannetje en het vrouwtje dezelfde outfit te dragen. Vaak wijst dit erop dat de vogels nestelen in een holte of verborgen ruimte waar ze sowieso toch niet opgemerkt worden. Vandaar dat ze ook graag gebruik maken van een nestkastje Ondanks de felle kleuren merken de vijanden hen daar toch niet op. Let wel: meestal is er toch een klein verschil te merken tussen man en vrouw. Bij de koolmeesman is de zwarte buikstreep (zijn das dus) breder dan van de koolmeesvrouw. voorbeelden: koolmees, pimpelmees, grote bonte specht, ... |
extra twiettips
- Omtrent snavels zijn we nog lang niet uitverteld. In de vogelwereld (buiten je schooltuin) bestaan er nog veel verschillende vormen. Wie kan nog andere snavlevormen ontdekken? Trouwens, hoe zit dat met onze kippen? En welke soort snavel heeft een specht dan?
- De verschillende snavels kan je proberen na te bootsen met materialen. De snavel van een insecteneter lijkt wel wat op een pincet. Dat van een zadeneter doet misschien aan een dikke snoeischaar denken. Zie jij ook een gelijkenis tussen een allesetersnavel en een tang? Misschien inspireert het wel tot experimenteren: met welk materiaal krijgen wij het makkelijkst een zaadje opgepikt én geopend? Moeilijker dan je denkt, of toch niet?
- Dat er met de verschillende kleuren van vogels ook veel muzische opdrachten te bedenken zijn, is vanzelfsprekend. Wist je dat gepixelde of gekrabbelde kleurpatronen al volstaan om er specifieke tuinvogels in te herkennen? Test het eens uit met het roodborstje, pimpel- of koolmees: indrukwekkend hoe snel je de vogel herkent vanuit kleurencombinaties.
- Aangezien het winter is, hebben we het niet over de vogeljongen. Maar... hoe zit het met de "kleuren" van de jonge vogeltjes? Lijken die op papa of mama? En waarom? Hm, heerlijke onderzoeksvraag!
- Je klas is nu al een tijdje vogels aan het beloeren. Sommige soorten komen in 'groep' of met meerdere tesamen naar het buffet. Andere zie je altijd alleen. Ideaal om even stil te staan omtrent het begrip: "territorium". En het roodborstje weet daar alles van.
- Laat je inspireren of inspireer anderen via deze Tweetjes (klik op de link). Stuur je idee of tip door naar Twiet en we delen het met je Twietcollega's.
januari week 4: de vogeltelweek van Natuurpunt
stap 1
- Twiet er op los
- Schrijf je best ook in op de Vogeltelweek-voor-scholen-nieuwsbrief van Natuurpunt om geïnformeerd te worden/blijven. Op die manier ontvang je interessante weetjes en extra downloads.
stap 2
www.natuurpunt.be/vogeltelweek-voor-scholen
|
stap 3
- Blijf twieten, twieten en vooral twieten
- Plan tijdens de week van 22 tot 26 januari 2024 (minstens) een telmoment. Dat hoeft zeker niet klassikaal te gebeuren. Koppel het aan contract- of hoekenwerk of een andere werkvorm die zich leent tot werken in kleine groepen.
Let er vooral op dat elke leerling betrokken is/blijft - voorzie dus voldoende observatiemateriaal. - Voorzie ook een duidelijk instructiemoment: hoe tellen? Dat kan eventueel a.d.h.v. deze filmpjes:
|
|
- Zorg voor voldoende duidelijke tellijsten of laat de kinderen zelf tellijsten maken.
stap 4
|